Overzichten x € 1.000 | Lasten na Kadernota 2023 | Baten na Kadernota 2023 | Saldo na Kadernota 2023 | Lasten Najaars | Baten Najaars | Totaal Najaars | Bijgestelde lasten na Najaars | Bijgestelde baten na Najaars | Bijgesteld totaal na Najaars |
Overzicht Algemene dekkingsmiddelen | -1.352 | 196.563 | 195.211 | 912 | 20.616 | 21.529 | -440 | 217.180 | 216.740 |
Overzichten overhead | -26.645 | 225 | -26.420 | -144 | 0 | -143 | -26.788 | 225 | -26.563 |
Overzichten VPB en onvoorzien | -50 | 0 | -50 | -1.855 | 0 | -1.855 | -1.905 | 0 | -1.905 |
Totaal overzichten | -28.047 | 196.788 | 168.741 | -1.086 | 20.617 | 19.530 | -29.133 | 217.405 | 188.272 |
Het saldo van de algemene dekkingsmiddelen stijgt met ruim € 21,5 miljoen tot bijna € 216,7 miljoen voordelig. Dit wordt veroorzaakt door € 0,9 miljoen lagere lasten en € 20,6 miljoen hogere baten. De belangrijkste wijzigingen zijn:
Bijstellingen x € 1.000 | Lasten | Baten |
---|---|---|
Lagere baten lokale heffingen | - | -147 |
Lagere lasten nog te bestemmen middelen | 42 | - |
Lagere lasten en lagere baten eigen financieringsmiddelen | 870 | -559 |
Hogere inkomsten gemeentefonds | - | 15.774 |
Hogere inkomsten deelnemingen | - | 227 |
Hogere incidente bate opheffen voorziening MJOP gemeentelijke gebouwen | - | 5.321 |
Totaal lasten en baten | 912 | 20.616 |
TOELICHTING EXPLOITATIE
De opbrengst precariobelasting is voor de periode januari tot en met juni verlaagd met € 120.000 vanwege coronamaatregelen (bijstelling Q2 € 72.000). Verder is de verwachting dat de opbrengsten toeristenbelasting met € 75.000 achterblijven door de ontwikkelingen bij BurgGolf Golfresort de Purmer (opvang vluchtelingen Oekranïe) en Van der Valk Hotel Purmerend (opvang statushouders).
In het onderdeel nog te bestemmen middelen is een aantal collectieve stelposten voor de gemeentebegroting opgenomen. Deze stelposten betreffen de ontwikkeling van lonen, prijzen en subsidies en de inschatting van de vertragingen in de investeringen ten opzichte van de kredietoverzichten.
Actualisatie loon- en prijsontwikkeling (LPO)
In de begroting is een stelpost opgenomen betreffende de ontwikkeling van prijzen van materiële budgetten. Het betreft de kosten van derden (goederen en diensten die aan de gemeente worden geleverd: het gaat hier bijvoorbeeld om de kosten van energie, kantoorartikelen, accountantsdiensten, onderhoud aan gebouwen en infrastructuur, schoonmaak en softwarelicenties). Gezien de excessieve stijgingen wordt er vanuit verschillende disciplines aanspraak gedaan op deze collectieve stelpost in deze najaarsrapportage (o.a. vastgoed, tractiemiddelen, bedrijfsvoering, IHP) van € 113.427. De onzekerheid of op alle budgetten rekening is gehouden met deze prijsverhogingen kunnen we niet garanderen. Dit is de reden om de stelpost lpo niet vrij te laten vallen en hiervoor het restant van € 591.674 aan te houden.
De uitwerking van de cao inclusief de pensioen- en werkgeverspremies valt lager uit dan de 3% die was begroot voor 2022 ten opzichte van 2021. Oorzaak hiervoor is dat de cao 2021 gedeeltelijk bestond uit een éénmalige uitkering. De incidentele uitkering werkt niet structureel door in de loonsom van 2022 e.v. Dit effect bedraagt 1,88% ( € 922.597) en valt vrij ten gunste van de algemene middelen. Tegenover deze vrijval staat het begroten van de thuiswerkvergoeding, kilometervergoeding woon-werk, hogere inschalingen en het hogere minimumloon conform de cao 2022. De thuiswerkvergoeding is begroot op een bedrag van € 100.000 (deze is begroot op de programma's). Bij de algemene dekkingsmiddelen is een reservering van € 100.000 opgenomen voor hogere inschalingen.
Stelpost vertraagde investeringen
In deze Najaarsrapportage zijn de kredieten 2022 geactualiseerd. Hierbij is rekening gehouden met de afwikkeling van de stelpost vertraagde investeringen van € 300.000.
Invulling taakstellingen gemeentelijke organisatie
In de afgelopen begrotingen zijn er twee taakstellingen gevormd voor verandering in de organisatie. Dit zijn:
Bedragen x € 1.000 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
Algemene dekkingsmiddelen: besparing fusie | -105 | -311 | -311 | -311 | -311 |
Bestuur en concern : organisatie ontwikkeling | -250 | -300 | -300 | -300 | -300 |
Totaal taakstelling | -355 | -611 | -611 | -611 | -611 |
Algemene dekkingsmiddelen: versterking dienstverlening | +433 | +465 | +458 | +477 | +481 |
Afwikkeling saldo via stelpost loon-prijsontwikkeling | -78 | +146 | +153 | +134 | +130 |
De taakstelling als gevolg van de fusie komt al uit de begroting 2020. De taakstelling organisatie ontwikkeling hoort bij de aanvraag ontwikkeling organisatie groei van de stad in de Kadernota 2022. Daarbij werd in de dekking van de formatie uitbreiding ook een transformatie van de organisatie op een aantal onderdelen gepland. De huidige aanvragen voor meer personeel in de programmabegroting 2023 doen de taakstellingen in een wat ander licht staan: de groeiende aanvragen vragen om extra capaciteit. Het voorstel is daarom de taakstellingen grotendeels af te boeken met de middelen uit de decembercirculaire 2021 voor het versterken van de dienstverlening bij alle onderdelen van de overheid, waaronder de gemeenten. In de begroting 2022 is formatie voor Woo, privacy, wet digitale overheid en newsroom en de dorpsmanager Beemster toegekend. In de begroting 2023 is een grote aanvraag wijkontwikkeling opgenomen. Daarmee heeft Purmerend formatie vrijgemaakt voor rechtsbescherming en zicht en hulp aan kwetsbare inwoners. Daarmee kunnen deze middelen worden ingezet om de twee bestaande taakstellingen af te boeken en wordt het saldo verrekend met de stelpost loon- en prijsstijgingen.
In deze najaarsrapportage vindt er op bovenstaande onderwerpen een gezamenlijke bijstelling plaats van € 41.308 (lagere last).
De inkomsten uit het gemeentefonds stijgen met € 15,8 miljoen waarmee het totale fonds voor Purmerend uitkomt op bijna € 191,2 miljoen. De stijging wordt veroorzaakt door ontwikkelingen in de mei- en septembercirculaire 2022. Samengevat is de stijging van de omvang van het gemeentefonds als volgt verdeeld:
Onderdeel (x € 1.000) | Bedrag | I/S | Programma | |
---|---|---|---|---|
a. Taakmutaties (TM) en integratie (IU)/decentralisatie-uitkeringen (DU): | ||||
- Wet kwaliteitsborging bouw (Wkb) (DU) | 106 | I | 01. Publiekdiensten | |
- Beschermd wonen (IU), loon- en prijsbijstelling | 243 | S | 02. Samenleving | |
- Voogdij/18+ (IU), loon- en prijsbijstelling | 114 | S | 02. Samenleving | |
- Participatie (IU), loon- en prijsbijstelling | 338 | S | 02. Samenleving | |
- Brede aanpak dak- en thuisloosheid (DU) | 242 | S | 02. Samenleving | |
- Inburgering (TM/DU) | 270 | S | 02. Samenleving | |
- Energietoeslag minima (TM) | 6.697 | I | 02. Samenleving | |
- Gezond in de stad/kansrijke start (DU) | 25 | I | 02. Samenleving | |
- Leerlingenvervoer Oekranie (DU) | 50 | I | 02. Samenleving | |
- Uitvoeringskosten klimaatakkoord (DU) | 533 | I | 04. Milieu | |
b. Financieel effect: | ||||
Effect mei- en septembercirculaire 2022: |
|
|
| |
Totaal omvang gemeentefonds | 15.774 |
a. Taakmutaties, integratie- en decentralisatieuitkeringen
Wet kwaliteitsborging bouw (Wkb)
Deze wet treedt naar verwachting vanaf 1 januari 2023 gefaseerd in werking. Er wordt gestart met de eenvoudigere bouwprojecten, waarna (eventueel) de meer complexe projecten volgen. De wet heeft als doel de bouwkwaliteit en het bouwtoezicht te verbeteren door inschakeling van private kwaliteitsborgers. Onder deze wet zullen de kwaliteitsborgers zorgdragen voor het voldoen aan de bouwtechnische regels. Dit betekent dat deze taken voor gemeenten komen te vervallen, al behouden zij wel het bevoegd gezag. Tegelijkertijd krijgen gemeenten er extra wettelijke taken bij, zoals de registratie en beoordeling van de Wkb-meldingen. Binnen Purmerend worden op dit de noodzakelijke voorbereidingen getroffen om vanaf 1 januari 2023 hiermee te starten. De structurele middelen die hiervoor beschikbaar worden gesteld (€ 105.890) zijn overgeheveld naar programma 1 Publiekdiensten.
Integratie uitkeringen sociaal domein (beschermd wonen, participatie en Voogdij/18+)
Aan de budgetten beschermd wonen, participatie en Voogdij/18+ is de prijs- en loonindex aangepast naar het prijspeil 2022 met 4%. Voor beschermd wonen is ook de volume-indexatie van 3,8% voor 2022 bijgesteld. Deze hogere budgetten (€ 694.780) worden geraamd aan de uitgavenzijde van het programma Samenleving. Deze stijging is ook de reden geweest meerjarig de uitgangspunten voor de zorgsalarissen Wmo/jeugd aan te passen in de begroting 2023 en daarbij rekening te houden met een extra verhoging van 2% bij de stelpost loon- en prijsontwikkeling.
Brede aanpak dak- en thuisloosheid
Voor het voorkomen van dakloosheid, om- en afbouw van de maatschappelijke opvang en het realiseren van woonplekken met passende ondersteuning voor (dreigend) dakloze jongeren en volwassen wordt in 2022 € 61,9 miljoen verstrekt aan (centrum-)gemeenten. Voor Purmerend is er in 2022 al een bedrag van € 430.000 als resultaatbestemming beschikbaar vanuit de jaarstukken 2021. Tezamen met het incidenteel extra budget uit deze circulaire (€ 241.758) is er per saldo € 671.785 beschikbaar in 2022 om invulling te geven aan diverse projecten rondom de begeleiding van dak- en thuisloze mensen. Hiervan wordt nu € 400.000 doorgeschoven naar 2023.
Inburgering
De Wet inburgering 2021 is vanaf 1 januari 2022 van kracht. Het doel is dat inburgeringsplichtigen (nieuwkomers) zo snel mogelijk meedoen in Nederland. En dat ze daarnaast zo snel mogelijk werk vinden. De regie op de uitvoering ligt bij gemeenten. Voor de uitvoering ontvangen gemeenten middelen vanuit het Rijk. Vanuit de mei- en septembercirculaire 2022 heeft het Rijk de volgende bijdragen verstrekt voor:
Maatschappelijke begeleiding € 135.090 (incidenteel 2022).
Passende ondersteuning i.v.m. hogere instroom inburgeraars 2022 € 104.309 (incidenteel 2022-2024).
Leerbaarheidstoets € 30.579 (incidenteel 2022).
Dit incidenteel hogere budget voor 2022 van € 269.978 wordt geraamd aan de uitgavenzijde van programma 2 Samenleving.
Energietoeslag minima
Er was al eerder aangekondigd dat er € 1,404 miljoen beschikbaar zou worden gesteld voor de compensatie van de gestegen energiekosten voor huishoudens met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum (inclusief de uitvoeringskosten), zodat gemeenten alle huishoudens in deze categorie de energietoelage van € 1.300 kunnen geven. In de Kadernota 2023 was hiervoor € 3,2 miljoen gereserveerd vanuit de algemene reserve. Purmerend ontvangt nu voor 2022 € 6.696.935 aan compensatie vanuit het Rijk. Dit incidenteel extra budget is toegevoegd op het beleidsveld werk en inkomen. In programma 2 Samenleving vindt u de inhoudelijke toelichting op de uitkeringen, doelgroepen en de uitvoeringskosten.
Gezond in de stad/kansrijke start
Voor de extra impulsmiddelen Kansrijke Start die wij sinds vier jaar ontvangen, is nog niet bekend of ze vanaf 2023 doorgaan. Met de inzet van deze middelen willen wij bereiken dat de eerste 1.000 dagen van ieder kind zo goed mogelijk zijn, omdat deze cruciaal zijn voor een optimale ontwikkeling en hiermee kans op een goede toekomst. Dit incidenteel hogere budget van € 25.388 wordt geraamd aan de uitgavenzijde van het programma 2 Samenleving.
Leerlingenvervoer Oekranïe
Gemeenten zijn verantwoordelijkheid voor het vervoer van leerlingen uit Oekraïne. Hiervoor is een tegemoetkoming van het Rijk ontvangen van € 50.167 voor de periode maart-juli 2022. Voor de periode na juli 2022 is nog niet geheel duidelijk wat de tegmoetkoming gaat worden. De verwachting is dat de decembercirculaire meer duidelijkheid zal geven. De tegemoetkoming is overgeheveld naar programma 2 Samenleving.
Uitvoeringskosten klimaatakkoord
Voor de uitvoeringskosten voor het klimaatakkoord wordt in 2022 een totaalbedrag van € 532.709 aan gemeenten beschikbaar gesteld. Er vinden nog gesprekken plaats tussen onder andere VNG, IPO en het Rijk over de resterende middelen die in het Coalitieakkoord zijn gereserveerd voor de uitvoeringskosten van medeoverheden voor het klimaatakkoord en aanvullend klimaatbeleid. Voor nu wordt dit budget opgenomen op het beleidsveld duurzaamheid in afwachting van verdere uitwerking en voorstellen.
De opwaartse bijstelling wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door dat het kabinet Rutte IV tot en met 2025 meer gaat uitgeven (o.a. hogere inflatie, hogere defensie-uitgaven, hogere kosten van opvang vluchtelingen, inkomstenbelasting box 3) en tevens het accres opwaarts is bijgesteld als gevolg van een hogere loon- en prijsontwikkeling (voordelig € 4.965.788). Verder is het plafond-BCF definitief vastgesteld voor 2021 (voordelig € 606.061) en is er een voorschot ontvangen voor 2022 (voordelig 1.610.777). Daarnaast heeft er een actualisatie van de maatstafgegevens plaatsgevonden (nadelig € 704.844), is er een bijdrage in de exploitatie 2021 voor SW bedrijven i.v.m. Covid-19 (voordelig € 32.679) en een incidentele tegemoetkoming voor de invoeringskosten omgevingswet (€ 645.643). Per saldo een voordeel voor de begrotingsruimte van € 7.156.104.
Stabiliteit accres
In juni 2022 heeft de VNG ingestemd om het bestaande accres te splitsen in een volume- en een nominaal deel. Hierbij is verder afgesproken om het volume-accres van het gemeentefonds voor de jaren 2022-2025 te bevriezen op de stand Voorjaarsnota 2022. Met als als doel de stabiliteit van het geraamde accres te verbeteren en om de komende tijd rust te creëren om het gesprek te voeren over een mogelijke aanpassing van de financiële verhoudingen tussen het Rijk en de gemeenten vanaf 2026. Daarnaast wordt jaarlijks de nominale compensatie (het zgn. lpo-deel) in het voorjaar geactualiseerd aan de hand van het Centraal Economisch Plan (CEP) en in het najaar (miljoenennota) aan de hand van de Macro Economische Verkenningen (MEV) door het Centraal Planbureau (CPB).
Compensatie gevolgen coronacrisis
Het Rijk heeft in de decembercirculaire 2021 en mei-/septembercirculaire 2022 compensatie verstrekt op het gebied van werk en inkomen, handhaving en SW-bedrijven. Ook zijn er vooraankondigingen gedaan voor de komende coronacompensatie in de decembercirculaire 2022. Het gaat daarbij om de afrekening inkomstenderving 2021 (verwachting € 1 miljoen) en de meerkosten die zijn gemaakt bij de Wmo en jeugdwet in 2021. We volgen nog steeds de algemene lijn: corona maatregelen dekken uit algemene reserve en bij compensatie weer terug laten vloeien.
Onderwerp | Periode | Bedrag | Programma |
a. Decembercirculaire 2021 (brief raad 1557058) | 392.070 | ||
Impuls re-integratie (via AU) | 2022 | 134.336 | 02. Samenleving |
Aanvullend pakket re-integratie (via AU) | 2022 | 45.585 | 02. Samenleving |
Bijzondere bijstand (via AU) | 2022 | 70.716 | 02. Samenleving |
Gemeentelijk schuldenbeleid | 2022 | 141.433 | 02. Samenleving |
b. Meicirculaire 2022 (brief raad 1570826) | 1.576 | ||
Handhaving quarantaine (DU) | 2022 | 1.576 | 08, Veiligheid |
c. Septembercirculaire 2022 (nieuw en vooraankondiging) | 32.679 | ||
Bijdrage exploitatietekort SW-bedrijven (DU) | Q1 2022 | 32.679 | 02. Samenleving |
Meerkosten Wmo 2015 en jeugdwet (via AU) | 2021 | pm | 02. Samenleving |
Afrekening (reële) inkomstenderving 2021 | 2021 | pm | Algemene dekkingsmiddelen |
Reeds verwerkt via de begrotingsruimte: | |||
a. Decembercirculaire 2021: 1e wijziging begroting 2022 (besluit 1559156) | -392.070 | ||
b. Mei/septembercirculaire 2022 (najaarsrapportage 2022) | -34.255 | ||
Totaal | -426.325 |
AU = algemene uitkering, DU = Decentralisatie uitkering
Mocht in het najaar het virus weer opleven dan is corona langetermijnstrategie van het kabinet om de samenleving zo open en veilig als mogelijk op te houden. Als er toch weer coronamaatregelen getroffen moeten worden, die tot extra kosten leiden voor gemeenten, dan vindt hier overleg over plaats tussen kabinet en gemeenten met betrekking tot reële compensatie.
Aantrekken langlopende geldleningen
De financieringsbehoefte ligt lager a.g.v. fors lagere investeringsuitgaven, hogere inkomsten vanuit het Rijk (o.a. gemeentefonds, Oekranie) en vertraging in de uitvoeringsprogramma's (o.a wegen, BOR, kunstwerken). Tot op heden hebben we de financieringsbehoefte van de gemeente kunnen afdekken met kasgeldleningen, waarbij er rekening is gehouden met de kasgeldlimiet. In de begroting 2022 was er rekening gehouden met het aantrekken van langlopende lening van in totaal € 67 miljoen. Per saldo is er een voordeel op de eigen financieringsmiddelen (het treasuryresultaat) van afgerond € 313.000 door een incidenteel voordeel op de te betalen rente voor korte en lange financiering van € 585.315 (ten gunste van de algemene middelen) en een lagere doorbelasting van de rente aan de programma' s, wat resulteert in een nadeel van € 274.315.
Deelnemingen
Stadsverwarming (SVP)
Om te kunnen voorzien in de (betaalbare) financiering is borgstelling van de leningen door de gemeente Purmerend benodigd en afgesproken in de aandeelhoudersovereenkomst. Met het oog op de schuldpositie van de gemeente is het beleid niet langer geld aan Stadsverwarming (SVP) uit te lenen, maar uitsluitend leningen te garanderen. Voor 2022 is een extra garantstelling verstrekt aan de SVP voor een lening van € 20 miljoen (voor 20 jaar met lineaire aflossing). De lening is met name nodig vanwege de geplande investeringen in het warmtenet (groei, renovatie leidingnetwerk, vervangen afleversets niet in eigendom SVP en de slimme meters). Ten opzichte van het door de raad afgegeven leningplafond resteert nog € 25 miljoen (€ 65 miljoen minus € 20 miljoen in 2021 (2 garantstellingen van elk € 10 miljoen)minus € 20 miljoen in 2022). SVP is niet voornemens in 2022 nog een nieuwe lening aan te trekken. De risicoprovisie die de gemeente Purmerend hiervoor ontvangt (1 %) is in de begroting aangepast.
Deze hogere provisie laat samen met de actualisatie op de overige deelnemingen een voordeel zien van € 226.734 voor de algemene middelen.
Omzetting voorziening groot onderhoud gebouwen naar een reserve onderhoud vastgoed
De huidige werkwijze met een voorziening groot onderhoud brengt met zich mee dat de benodigde dotatie fluctueren per begrotingsperiode. Zowel door, saldo-ontwikkeling, herinspecties en actualisatie als doordat er een onderhoudsjaar wordt opgeschoven wijzigt per begrotingsjaar de benodigde dotatie aan de voorziening. Daarnaast vraagt het gebruik van een voorziening groot onderhoud jaarlijks ook extra verantwoording/onderbouwing.
Door per pand op basis van onderhouds/vervangingstermijnen de gemiddelde benodigde onderhoudsbudget te bepalen en die te doteren aan een reserve onderhoud vastgoed en daartegenover de verwachte onttrekking te bepalen aan de hand van een actueel meerjarig onderhoudsplan (in O prognose), zal de jaarlijkse mutaties op de algemene reserve verminderen.
Deze reserve heeft als doel egalisatie van de lasten voor onderhoud van vastgoed en meerjarig flexibele inzet van de totale onderhoudsmiddelen gemeentelijk vastgoed op basis van de actuele instandhoudingsopgave.
Inmiddels is er een werkwijze van gepland onderhoud en een onderhoudssysteem (O prognose) operationeel. Per jaar wordt een deel van de aanwezige panden geïnspecteerd. Op basis van deze inspecties wordt jaarlijks het meerjaren onderhoudsprogramma geactualiseerd. Vervolgens wordt op basis van de actuele situatie en bestemming per pand het meerjarenonderhoudsplan bijgesteld waarbij, waar mogelijk, werkzaamheden worden samengevoegd en uitgevoerd. In het systeem O prognose worden vervolgens de geplande werkzaamheden meerjarig vastgelegd. Bij de Najaarsrapportage kan de verwachte onttrekking geactualiseerd worden op basis van de gemaakte en nog verwachte onderhoudskosten. Bij de jaarrekening worden de werkelijke onderhoudslasten onttrokken uit de reserve.
Voorgesteld wordt tot vrijval van de huidige voorziening groot onderhoud en dotatie van het saldo ultimo 2022 en het saldo te doteren aan een per 31 december 2022 in te stellen reserve onderhoud vastgoed.
Het saldo van het overzicht Overhead stijgt met met ruim € 0,14 miljoen tot bijna € 26,6 miljoen nadelig. Dit wordt veroorzaakt door € 0,14 miljoen hogere lasten. De belangrijkste wijzigingen zijn:
BV121 Overhead | Lasten | Baten |
---|---|---|
Actualisatie kapitaalslasten (I) | ||
Bij de actualisatie van de kapitaallasten zijn deze voor ICT lager uitgevallen. | 139 | |
Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) (I) | ||
De invoering van de omgevingswet is uitgesteld en staat nu gepland voor juli 2023. Een gedeelte van de werkzaamheden kan niet voor de invoering worden uitgevoerd. Deze werkzaamheden werden doorgeschoven van 2021 naar 2022. De kern van de Omgevingswet bestaat uit verschillende instrumenten die dwars door verschillende programma's heen lopen (o.a. Publiekdiensten, Ruimtelijke Ordening en Overhead). | -82 | |
Intergemeentelijke team (IGT) (I) | ||
In 2022 neemt de gemeente, net zoals in 2021, zitting in het intergemeentelijke team (IGT). Dit betreft een samenwerking tussen de buurtgemeenten bij het gezamenlijk optrekken bij de coronacrisis en de opvang van inwoners uit Oekraïne. De meerkosten worden gemaakt op de personele inzet. | -180 | |
Juridische procedures (I) | ||
In 2022 is de gemeente geconfronteerd met enkele (grotere) juridische procedures. De kosten welke aan deze procedures zijn gekoppeld worden bijgeraamd. | -90 | |
Totaal | -213 |
Investeringen
Krediet ICT hard- en software
In 2021 is het krediet ICT hard- en software afgesloten. Door een vertraging in de uitvoering van ICT werkzaamheden i.v.m. de harmonisatie van de fusie Purmerend en Beemster wordt nu gevraagd € 525.000 als restantkrediet uit 2021 over te hevelen naar 2022 om deze werkzaamheden alsnog in 2022 uit te voeren. Hiermee komt het oorspronkelijke krediet (€ 641.506) uit op € 1.166.506 voor 2022.
Heffing Vennootschapsbelasting
Gedurende 2022 is tussen de gemeente en de Belastingdienst overeenstemming bereikt over de te hanteren openingsbalans voor de vennootschapsbelasting. De gemeente Purmerend is met ingang van 2017 vennootschapsbelasting plichtig. Op basis van de openingsbalans zijn de aangiften 2017 tot en met 2020 ingediend voor de voormalig gemeente Purmerend en de voormalig gemeente Beemster. De te betalen vennootschapsbelasting over 2021 is in deze Najaarsrapportage meegenomen op basis van de op dit moment aanwezige beste inschatting. Over 2022 wordt winst uit de grondexploitaties verwacht; de daarmee samenhangende vennootschapsbelasting is alvast geraamd in de begrotingswijziging bij deze Najaarsrapportage. Op basis van de aangifte 2017 tot en met 2020 en op basis van de inschattingen voor 2021 en 2022 wordt er een vennootschapsbelasting last begroot van € 1.855.000; deze wordt voor € 255.000 verrekend met de reserve gronden en voor € 1.600.000 verrekend met de begrotingsruimte (algemene reserve).