In onderstaande tabel staan alle bijstellingen ten opzichte van de Programmabegroting 2022. In de hoofdstukken die hierop volgen wordt verder ingegaan op wat dit betekent voor de programma’s en de financiële overzichten.
( bedragen x € 1.000) | Primitieve begroting | Mutaties Kadernota 2023 | Bijgestelde begroting 2022 | Mutaties Najaars-rapportage | Bijgestelde begroting 2022 |
De programma's: | |||||
PGR01 Publieksdiensten | -3.496 | -102 | -3.598 | -121 | -3.719 |
PGR02 Samenleving | -119.641 | -15.384 | -135.025 | 3.219 | -131.805 |
PGR03 Wonen | -97 | -144 | -242 | -41 | -282 |
PGR04 Milieu | -1.225 | -1.761 | -2.986 | 2.178 | -809 |
PGR05 Bereikbaarheid | -814 | 44 | -770 | -89 | -859 |
PGR06 Beheer openbare ruimte | -18.365 | -379 | -18.744 | -1.223 | -19.967 |
PGR07 Ruimtelijke ordening | -2.495 | 583 | -1.912 | -2.024 | -3.936 |
PGR08 Veiligheid | -9.747 | -262 | -10.009 | -46 | -10.056 |
PGR09 Economie | -1.204 | 0 | -1.204 | -62 | -1.266 |
PGR10 Bestuur & concern | -5.372 | -373 | -5.745 | -207 | -5.952 |
Subtotaal programma's | -162.458 | -17.778 | -180.236 | 1.584 | -178.652 |
Financiële overzichten: | |||||
Algemene dekkingsmiddelen | 190.203 | 5.008 | 195.211 | 21.529 | 216.740 |
Overhead, Vpb en onvoorzien | -25.931 | -538 | -26.470 | -1.998 | -28.468 |
Subtotaal financiële overzichten | 164.272 | 4.470 | 168.741 | 19.530 | 188.272 |
Resultaatbestemming en reservemutaties: | |||||
Egalisatiereserves | 78 | -78 | - | - | - |
Bestemmingsreserves | 4.930 | 2.523 | 7.452 | -7.037 | 415 |
Algemene reserve | -1.635 | 11.200 | 9.565 | -7.526 | 2.039 |
Subtotaal reserves | 3.373 | 13.645 | 17.017 | -14.563 | 2.454 |
Totaal financieel resultaat Najaarsrapportage 2022 | 5.186 | 337 | 5.523 | 6.551 | 12.074 |
Voordelig | Voordelig | Voordelig | Voordelig | Voordelig |
In de primitieve begroting 2022 was er sprake van een positief begrotingsbeeld van bijna € 5,2 miljoen door met name de extra middelen vanuit jeugdzorg. Het begrotingssaldo steeg na de Kadernota 2023 beperkt, maar na deze Najaarsrapportage verbetert het positieve beeld aanzienlijk: het resultaat stijgt met afgerond € 6,6 miljoen naar bijna € 12,1 miljoen. De grootste wijzigingen worden hieronder toegelicht.
De mei- en septembercirculaire pakt incidenteel € 7,1 miljoen voordelig uit voor de gemeente in 2022. Dit voordeel wordt met name veroorzaakt door een stijging van het volume-accres doordat het kabinet Rutte IV meer gaat uitgeven (o.a. hogere inflatie, hogere defensie uitgaven, hogere kosten van opvang vluchtelingen, inkomstenbelasting box 3) en daarnaast een hogere loon- en prijsontwikkeling (€ 5,1 miljoen). Verder zien we een extra voorschot op lagere besteding van het Btw-compensatiefonds 2022 en een afrekening op het BCF-plafond 2021 (€ 2 miljoen).
Het doorschuiven van werkzaamheden inclusief budgetten van 2022 naar 2023 bedraagt € 3,3 miljoen in 2022. Dit zijn vooral overhevelingen van de middelen naar 2023 voor het maatregelenpakket a.g.v. van de economische crisis voor de bijzondere bijstand, extra tijdelijke woonplekken met begeleiding voor dak- en thuislozen en vertraging in de bouw van de school Da Vinci College.
In het sociaal domein zijn de extra uitgaven en lagere inkomsten op gebied van jeugd en de gebundelde uitkering (bijstand), tezamen goed voor een nadeel van € 2,2 miljoen. Bij jeugd (€ 1,1 miljoen) zien we een daling van het aantal jeugdigen, terwijl de kosten van de gespecialiseerde jeugdhulp stijgen. Een wijziging in de rekenmethode (van historisch naar objectief) bij de fusie tussen Beemster en Purmerend en de definitieve vaststelling van de Rijksbijdrage 2022 geven een behoorlijke daling in het budget voor de gebundelde uitkering (BUIG). De gevolgen daarvan zijn al verwerkt in de begroting 2023. Met de coronacrisis achter de rug was de verwachting dat het aantal uitkeringen zou toenemen. Mede door de krapte op de arbeidsmarkt zien we een tegenovergestelde beweging; mensen vinden over het algemeen sneller een baan en het aantal uitkeringen neemt juist af. De hogere kosten op jeugd hebben een structureel karakter.
Met ingang van 2017 is Purmerend vennootschapsbelastingplichtig. Voor 2021 en 2022 is een prognose opgesteld van de mogelijke VPB-lasten. Voor 2022 wordt winst uit de grondexploitaties verwacht en krijgen we te maken met een hogere belastbare winst. Hier moet vennootschapsbelasting over worden afgedragen. Vanuit de jaarrekening 2021 (aangifte 2017 tot en met 2020) en de inschatting 2021 en 2022 dient er dan ook € 1.855.000 incidenteel te worden bijgeraamd. Een bedrag van € 255.000 kan worden gedekt uit de bestemmingsreserve gronden. De winstneming wordt bij de jaarrekening bekeken.
Nu de meeste coronamaatregelen niet meer gelden en Nederland weer open is, zijn er nog steeds sectoren die te maken hebben met de gevolgen van de coronacrisis. Om dit herstel te bevorderen heeft het college voor maatschappelijke instellingen een extra sociaal steunpakket beschikbaar gesteld voor de periode 2022-2026 en is voor de ondernemers de precario kwijtgescholden voor het 1e halfjaar 2022. Het gaat hier om een totaalpakket van € 0,8 miljoen (inclusief compensatie).
Onderstaande tabel geeft aan uit welke onderdelen het financieel resultaat over 2022 is samengesteld. Het gaat om bedragen x € 1.000, waarbij een '+' staat voor voordelig en een '-' voor nadelig. Een nadere toelichting op deze (en alle overige) bijstellingen is te vinden in hoofdstuk 4 bij de financiële afwijkingen per programma en beleidsvelden.
Saldo primitieve begroting 2022 (besluit 1555341) | 5.186 | ||
1e wijziging op de primitieve begroting 2022 (besluit 1559156) | 887 | ||
Kadernota 2023 (besluit 1566760) | -550 | ||
Saldo na bijstelling begroting 2022 (wijzigingen 1 t/m 4) | 5.523 | ||
Voorgestelde bijstellingen Najaarsrapportage 2022: | Programma | ||
Achterstallige pensioenverplichting Stichting NKT Theaterschool | 02. Samenleving | -115 | |
Actualisatie jeugdbudget | 02. Samenleving | -1.080 | |
Prognose leerlingenvervoer open-einde-regeling | 02. Samenleving | -100 | |
Actualisatie budgetten werk en inkomen (BUIG en Werkom) | 02. Samenleving | -1.148 | |
Verschuiving budget tijdelijke huisvesting de Vlieger | 02. Samenleving | -250 | |
Actualisatie budgetten maatschappelijke opvang (beschermd wonen en Blokhuisgelden) | 02. Samenleving | 600 | |
Budgetten beheer openbare ruimte (bestrijding invasieve soorten, droogte/watergeven en afvoer gronddepot) | 06. Beheer openbare ruimte | -260 | |
Hogere beheer en onderhoudskosten wegen en kunstwerken | 06. Beheer openbare ruimte | -193 | |
Actualisatie huren vastgoed | 07. Ruimtelijke ordening | -169 | |
Aanpassing voorziening Meerjarige onderhoudsplannen (MJOP) gemeentelijke gebouwen | 07. Ruimtelijke ordening | -821 | |
Vrijval deel fusiebudget 2022 | 10. Bestuur en concern | 250 | |
Actualisatie deelnemingen | Algemene dekkingsmiddelen | 227 | |
Actualisatie eigen financieringsmiddelen | Algemene dekkingsmiddelen | 585 | |
Ontwikkeling gemeentefonds (mei/septembercirculaire 2022, brieven1570826/1578554) | Algemene dekkingsmiddelen | 7.122 | |
Heffing vennootschapsbelasting (VPB) | Vennootschapsbelasting | -1.600 | |
Coronamaatregelen: Rijkscompensatie | Diverse programma's | 381 | |
Coronamaatregelen: via de programma's/beleidsvelden | Diverse programma's | -1.145 | |
Overheveling programmabudgetten | Diverse programma's | 3.260 | |
Actualisatie kapitaallasten kredieten incl. activeringsgrens < € 50.000 | Diverse programma's | 446 | |
Actualisatie lonen en salarissen inclusief pensioenen | Diverse programma's | 923 | |
Diverse afwijkingen kleiner dan € 100.000 | Diverse programma's | -361 | |
Totaal voorgestelde bijstellingen Najaarsrapportage 2022: | 6.551 | ||
Prognose rekeningsaldo 2022 (wijzingen 1 t/m 5) | 12.074 |
De beschikbare vacatureruimte met daaraan toegevoegd het in de begroting opgenomen inhuurbudget dient als dekking voor de kosten van inhuur van personeel. De kosten van inhuur bedragen t/m september 2022 € 8,8 miljoen. Daarnaast zijn er t/m september (voor heel 2022) verplichtingen aangegaan voor een bedrag van ruim € 4,2 miljoen. Totaal € 13,0 miljoen.
Dit bedrag kan nog hoger uitvallen als er nieuwe inhuur nodig blijkt. Ter vergelijking, in 2021 is € 11,5 miljoen aan inhuurkosten verantwoord. De hogere inhuurkosten worden deels veroorzaakt door inhuur in verband met Oekraïne. Deze worden gedekt door een Rijksbijdrage. We verwachten dat de inhuurkosten binnen de bestaande budgetten kunnen worden opgevangen.
Investeringsschema 2022
In de financiële verordening (artikel 5, lid 3) staat dat afwijkingen vanaf 5%, met een minimum van € 10.000, op investeringskredieten tot € 2 miljoen moeten worden toegelicht. Bij overschrijdingen op investeringskredieten vanaf € 2 miljoen geldt dat afwijkingen groter dan € 100.000 worden toegelicht. Daarnaast moet een aanvullende kredietaanvraag aan de raad ter goedkeuring worden voorgelegd. Hieronder vindt u de kredieten terug die worden overschreden en/of onvermijdelijk zijn in de bedrijfsvoering en waar instemming op wordt gevraagd:
Prijsverhogingen op tractiemiddelen € 121.000: haakarmwagen en een tweetal kraankippers.
Prijsverhoging nieuwbouw basisschool de Wheermolen door plaatsen tijdelijke noodstroomvoorziening € 165.000.
Prijsverhoging nieuwbouw Da Vinci College vanwege indexering en begeleidingskosten € 3.372.564.
Prijsverhoging aanleg 02 velden VV ZOB en wijziging in het lichtplan € 30.368.
Uitvoeren ICT-werkzaamheden uit 2021 vertraagd in verband met de harmonisatie van de fusie € 525.000.
Opruimen puinresten voormalige sporthal Beukenkamp € 90.000.
Extra inzet ambtelijke organisatie inzake voorbereidingskrediet Karekietpark € 30.000.
Voor de parkeergarage stadhuisplein moet het bestaande parkeer route informatiesysteem (PRIS) uitgebreid worden en is er sprake van een prijsverhoging en extra juridische kosten € 1.115.029.
We hebben aan de hand van de jaarrekening 2021 het investeringsschema voor 2022 geactualiseerd. Een deel van de geplande investeringen in 2022 is helemaal niet of ten dele niet gerealiseerd. Deze investeringen worden doorgeschoven naar volgende boekja(a)r(en). Dat houdt in dat de investering niet wordt afgesloten in 2022 en dat er in 2023 nog niet wordt gestart met afschrijven op de investering. Dat heeft jaarlijks een positief gevolg op onze begroting. In 2022 bedraagt dit ruim € 1 miljoen. Het is van belang om het investeringsschema te actualiseren en beter te faseren, zodat we een stabieler beeld krijgen van de solvabiliteit. Zie hiervoor ook de inleiding van de Najaarsrapportage.
In artikel 9, lid 5 van de financiële verordening staat dat materiële vaste activa met een verkrijgingsprijs van minder dan € 50.000 niet worden geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Met de harmonisatie van de fusie tussen Beemster en Purmerend is een aantal kredieten komen te vervallen en/of overgeheveld naar de exploitatie. Voor 2022 geeft dit een nadelig effect van € 0,6 miljoen. Tegenover dit eenmalige nadeel in 2022 staat meerjarig een vrijval van de kapitaallasten (rente en afschrijving).
Zoals in de inleiding aangegeven hebben we te maken met een grote onzekerheid rondom prijsstijgingen. De coronacrisis en de energieprijzen hebben een groot effect op de economie om ons heen. Dat is de afgelopen maanden door de oorlog in Oekraïne alleen maar erger geworden. Naast de prijsstijgingen zijn er ook onzekerheden over de beschikbaarheid van grondstoffen en (deel)producten. Voor bouwmaterialen zien we dit nu al bij de beschikbaarheid van hout, maar we verwachten ook dat er minder staal in de toekomst beschikbaar is. Dat leidt tot hogere prijzen.
Ook zien we dat er krapte op de arbeidsmarkt is voor vaktechnisch personeel. Dat leidt tot hogere kosten en minder beschikbaarheid om projecten binnen de gestelde termijn af te ronden. Bij aanbestedingen zien we dat de offertes en prijzen steeds vaker maar een dag geldig zijn. Dat doen leveranciers om het risico van de prijsstijgingen niet zelf te dragen en bij de gemeente neer te leggen. Wel is er met de stelpost loon- en prijsontwikkeling rekening gehouden met prijsstijging van grondstoffen, personeel en (deel)producten.
De kostenstijgingen hebben de nodige gevolgen voor de gemeente en de uitvoering. Het investeringsbudget is taakstellend en totdat de raad anders besluit moeten de stijgende kosten worden opgevangen. Dat kan o.a. worden gedaan door opnieuw te prioriteren of mogelijk de kwaliteit te verlagen. De onzekerheid over de beschikbaarheid van bouwmateriaal en personeel beperkt de gemeente in de uitvoering. Het is denkbaar dat we onze ambities voor nieuwbouw en beheer niet volgens de planning kunnen realiseren en we opnieuw moeten faseren. Concreet zien we deze kostenstijging nu bijvoorbeeld terug bij de vertraging van het het nieuw te bouwen Da Vinci College. Dit alles betekent dat we richting de Kadernota 2024 nauwgezet het investeringsschema (met name het IHP) bekijken.
Overheveling programmabudget en resterende bestedingen reserves
We hebben keuzes moeten maken. Voor de uitvoeringsplannen betekent dit dat een aantal activiteiten niet (geheel) is uitgevoerd in 2022. Dat komt mede door de vaak omvangrijke nieuwe taken (zoals de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne), krapte op de arbeidsmarkt en de capaciteit van de organisatie in combinatie met het ambitieuze programma van een groeigemeente.
Naast de overheveling van reguliere exploitatiebudgetten geldt dit ook voor uitgaven die ten laste van de reserves zijn geraamd. Hiervoor wordt in het raadsbesluit expliciet instemming gevraagd om deze budgetten over te hevelen naar volgende begrotingsja(a)ren. Voorstellen voor budgetoverheveling zijn getoetst aan de volgende criteria:
Beleidsinhoudelijke noodzaak.
Inbedding in de werkplanning/jaarplan van het nieuwe ja(a)ren.
Effect op de voortgang/uitvoering van de reguliere werkzaamheden/activiteiten.
De overheveling heeft betrekking op incidentele budgetten.
In hoofdstuk 4 bij de programma's en in hoofdstuk 5 bij het onderdeel resultaatbestemming en reservemutaties worden de overhevelingen van budgetten nader toegelicht.
(Structurele) effecten 2023-2026 Najaarsrapportage
In de inleiding is aangegeven dat het structurele financiële beeld, zoals dit in de Programmabegroting 2023 is opgenomen, niet veranderd. Wel zijn er in de begrotingswijziging 2023 bij deze Najaarsrapportage bijstellingen meegenomen die een effect hebben op 2023 en verder. Deze zijn voor u toegelicht in de bijlage. De belangrijkste zijn:
Doorschuiven budgetten van 2022 naar 2023 (€ 3,26 miljoen).
Doorschuiven budgetten duurzaamheid en gasvrij van 2022 naar 2023 via de reserve duurzaamheid (€ 2,597 miljoen).
Kapitaallasten ophogen kredieten ICT, Da Vinci College en Parkeergarage met dekking uit reserves en stelposten.
Reserveren middelen loon- en prijsontwikkelingen septembercirculaire gemeentefonds op stelpost voor Kadernota 2024 (2023: € 1,78 miljoen).
Invulling stelposten ambtelijke fusie, organisatieontwikkeling en verbetering dienstverlening.
Diverse kleinere ontwikkelingen.
Per saldo is de begrotingsruimte 2023 na verwerking bovenstaande bijstellingen: € 22.995 voordelig. Het meerjarenbeeld is nagenoeg gelijk aan het beeld na de 1e wijziging van de primitieve begroting 2023. De budgetoverheveling van 2022 naar 2023 kan dus volledig uit de begrotingsruimte worden bekostigd zonder een beroep op de algemene reserve te doen. In het besluit wordt gevraagd om in te stemmen met de (structurele) effecten voor het meerjarenbeeld 2023-2026 en deze als 2e wijziging op de primitieve begroting 2023 te verwerken.
Tabel financieel beeld begroting 2023-2026 na 2e wijziging primitieve begroting 2023
Bedragen x € 1.000 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
Stand primitieve Begroting 2023 (raadsbesluit 1574029) | 13.169 | 13.629 | 16.058 | 40 |
1e wijziging op de primitieve begroting (raadsbesluit 1574029) | -9.989 | -10.213 | -11.884 | 214 |
2e wijziging op de primitieve begroting 2023: Najaarsrapportage 2022 | -3.157 | -25 | 43 | 12 |
Stand na 2e wijziging op de primitieve begroting 2023 | 23 | 3.391 | 4.217 | 265 |
Voordelig | Voordelig | Voordelig | Voordelig |